ROZENDAAL/VELP - Dinsdag 13 december 2016 was het 72 jaar geleden dat tien jonge mannen werden geëxecuteerd in Rozendaal, dichtbij de Emmapyramide.
Ze zaten gevangen in de kluis van de Rotterdamsche Bank in
Velp, tegenover het postkantoor en werden in opdracht van SS-generaal Rauter geselecteerd om te worden doodgeschoten. Als represaille voor burgeraanvallen op enkele Duitse wachtposten.
Het waren stuk voor stuk heldhaftige, moedige jonge kerels, die geprobeerd hadden zich aan te sluiten bij de geallieerden om zodoende te helpen om ons land (verder) te bevrijden. Ze werden naar Velp gebracht uit diverse delen van het land.
Uit respect voor deze mannen hebben bestuursleden van Stichting Velp voor Oranje, het 4 Mei Comité Velp en scouts van De Markesteen bloemen gelegd bij de gedenksteen aan de voet van de Emmapyramide. De Emmapyramide ligt aan het laatste stukje van de Kluizenaarsweg een eindje rechts het bos in.
Verzet
Geen van de gearresteerde jonge mannen was – voor zover bekend - actief betrokken bij verzetswerk. Sommigen waren ondergedoken om niet in Duitsland te werk gesteld te worden. Toen de geallieerden het Zuiden van Nederland hadden bevrijd, wilden ze – onafhankelijk van elkaar – de rivieren oversteken en zich voegen bij de legers van de Canadezen, Engelsen en Amerikanen. Ze belandden uiteindelijk allemaal in de beruchte gevangenis van de SD; in het gebouw van de Rotterdamsche Bank in Velp. De SD was zeer gevreesd om haar martelmethoden.
Op de middag van 12 december 1944 werden de acht mannen met een vrachtwagen opgehaald. Waar ze de nacht hebben doorgebracht, is niet bekend. Bij zonsopgang van 13 december werden de volgende jongens doodgeschoten en nabij de executieplaats in een massagraf gegooid.
Leonard Toepoel (22 jaar) uit Amsterdam en Reyer van de Haar (25 jaar) uit Nijmegen. Ze probeerden de Waal over te steken bij Opheusden om zich aan te sluiten bij de geallieerden, die aan de overkant van de rivier bivakkeerden. Ze werden, net als de 19-jarige Josephus Bernardus Radstake uit Schiedam, gearresteerd en in Velp gevangen gezet.
De Groningers Douwe Ruitinga (22 jaar) en Willem Jongsma (20 jaar) bleken bij een controle in het bezit van plattegronden. Verdacht van spionage werden ze opgepakt en in Velp opgesloten. Anthonius Brand (35 jaar) uit Montfoort was ‘op weg naar de Britten’, maar werd gearresteerd in het ‘Sperrgebiet’ tussen Rhenen en Wageningen. Ook Gerardus Brand uit Berkel en Rodenrijs (21 jaar) en Evert Kaper uit Wormerveer (19 jaar), werden bij hun poging zich bij de Engelsen aan te sluiten, gepakt en overgebracht naar Velp.
Later op de dag zijn op dezelfde plaats nog twee jongens geëxecuteerd. Ze zaten tot dan toe gevangen in Ede. Het betreft de Haagse studenten Willem van Balen (22 jaar) en David Bakker (21 jaar). Eind oktober waren ze naar de Alblasserwaard gereisd om eten te halen voor hun families. Ter plaatse besloten ze om de Lek over te steken en zich aan te sluiten bij de geallieerden. Ze werden gepakt en opgesloten.
Toen het massagraf na de oorlog werd geopend, bleek uit de ingeslagen schedels en andere verminkingen dat de jongens voor hun
executie zijn gemarteld. Hun lichamen zijn na de oorlog herbegraven in hun woonplaatsen. Op 13 december 1997 is door de gemeente Rozendaal een gedenksteen geplaatst met daarop hun namen. Nabestaanden uit het hele land hebben toen die plechtigheid bijgewoond. Ieder jaar, op 4 mei, legt het gemeentebestuur van Rozendaal bloemen bij dat monument.